Vrijdag 6 juli 2012 Vorige dag
Van : Bellinzona
Naar : Isone
Gelopen : 15 kilometer
Geklommen : 800 meter
Geslapen : Hotel Camoghe in Isone
Maar het ging niet regenen en daar waren we de volgende ochtend natuurlijk hartstikke blij om. De zomer was teruggekeerd!
Het kostte de nodige moeite om de stad uit te komen. De aanduidingen waren schaars, we moesten vaak gokken welke kant we uit moesten en we liepen dan ook prompt een paar keer goed verkeerd. We vonden uiteindelijk de weg naar het mooie kerkje San Biagio. Dat was voor de verandering eens open en het was met het romaanse interieur en de fraaie fresco’s zeer de moeite waard.
We dachten dat we nu goed op de route lagen, maar even later waren we het spoor wederom bijster door het ontbreken van wegwijzers en de abominabele beschrijving in ons boekje. We waren nog steeds min of meer in de bebouwde kom en het boekje gaf alsmaar straatnamen die we nergens konden vinden. We schoten niet erg op zo!
Eindelijk op de Piazza Grande klopte het weer allemaal. Het was een gezellig plein met diverse terrassen. Na al dat getob vonden we dat we daar wel even mochten gaan zitten. Er stond hier ook weer een wandelwijzer met het volgende plaatsje, dus hierna zou het goed gaan.
Dat was niet het geval. We liepen nog een keer hartstikke fout. Op een splitsing ging het pad links vrij stevig omhoog en bleef het rechtdoor op ongeveer dezelfde hoogte. Geen wegwijzer. Naar ons idee moesten we hier nog niet zo hard stijgen, dus gingen we rechtdoor. Maar al gauw moesten we dalen. Dat was ook niet de bedoeling, maar we liepen toch maar door. Het pad maakte een bocht. En nog een, maar we gingen in elk geval weer een beetje omhoog. We raakten het gevoel van richting een beetje kwijt, maar dat de richting niet meer klopte werd steeds duidelijker. Totdat we op een punt kwamen waar we een kwartiertje eerder ook al geweest waren. We herkenden het punt heel duidelijk aan de tekens op de boom. We hadden potverdikkie een rondje gelopen! Dat was ons nog nooit gebeurd!
Even later terug op de splitsing namen we nu maar het pad omhoog en vanaf hier hadden we geen problemen meer. Althans niet met het vinden van de route.
Er volgde een enorme klim naar het zadel Cima di Dento op 1005 meter. Geen gemakkelijke klim, door bossen. Smalle, lastig begaanbare paden. De vele watervallen die we passeerden brachten wel wat verkoeling – lekker even je armen eronder en je gezicht nat spetteren – maar het betekende ook voortdurend inhammen in- en uitdraaien, terwijl je liever een beetje door wilt lopen, die berg op, naar boven. Maar uiteindelijk kwamen we natuurlijk toch op het zadel terecht. En werden beloond met een fantastisch uitzicht! Hier was het even heerlijk toeven op een stapeltje stenen in het gras.
Hier was ook een bredere asfaltweg. Niet voor auto’s maar voor militair verkeer. Wat was dat even lekker onder je voeten!
Even ja. Want na een paar honderd meter licht dalend over die weg wees de wegwijzer ons de diepte in naar Isone. Wéér zo’n verdomd struikelpaadje, steil naar beneden. Zou die brede weg ook niet naar Isone gaan? Er stond niks aangegeven en ons kaartje was niet gedetailleerd genoeg om iets uit op te kunnen maken. We durfden het dan ook niet aan en volgden maar braaf de wegwijzer. Het paadje in, omlaag.
Wim liep verschrikkelijk te balen omdat zijn zwakke enkel het de laatste dagen al ontzettend zwaar te verduren had gehad. Misschien dat hij daarom wat minder geconcentreerd was op het zorgvuldig neerzetten van zijn voeten. Hoe dan ook, hij ging ineens knoerthard onderuit en kwam heel vervelend op zijn hand terecht. Ik schrok me 3 keer in de rondte. Vooral toen ik het bloedbad zag.
Wim lag versuft van de pijn op het pad terwijl ik in allerijl het verbandetuitje uit de rugzak opdiepte. Op mijn vragen hoe het ging, waar het pijn deed, of-ie wat gebroken had, kreeg ik geen antwoord. Natuurlijk deed het pijn. Hij trok helemaal wit weg, zag er uit als een vaatdoek. En ik stond daar met het verbandetuitje, niet wetend wat te doen. Het bloed gutste uit zijn duim. Er was gewoon een stuk van de huid afgescheurd! Het zag er echt akelig uit. Dat bloeden moest gestelpt worden, dat was een ding wat zeker was. Een pleister was geen optie en verder zat er qua bruikbaars alleen een rolletje verbandgaas in het etui. Dat heb ik er toen maar goed omheen gewikkeld en met wat leukoplast vastgezet. Straks in het hotel konden we dat er wel afhalen en de wond een beetje schoonmaken.
We bleven nog een poosje op het pad zitten totdat Wim in staat was om overeind te komen en vervolgens zijn we heel voorzichtig naar beneden gestrompeld. Het verband er afhalen, later op de kamer, bleek geen goed plan. Het bloeden was gestopt, maar het doorweekte gaasje was natuurlijk helemaal aan de wond vastgekleefd. Ik vond dat het er af moest omdat ik bang was dat het zou gaan ontsteken. De wond was immers niet schoongemaakt. Maar ik mocht er zelfs niet naar wijzen! Morgen zou het misschien wel gaan.