Woensdag
18 augustus 2010 Vorige dag
Van : Wattwill
Naar : Rapperswill
Gelopen : 29 kilometer
Geklommen : 400 meter
Geslapen : Hotel Speer
………………………..in Rapperswill
Dat was niet het geval! En dat gebeurt niet vaak eigenlijk. ‘s Zomers is het altijd warm genoeg en in voor- en najaar brandt meestal de verwarming. Dan is de was helemaal snel droog. Maar nu dus niet. Lichaamswarmte zou de rest moeten doen, want we hadden zo weinig mogelijk gewicht meegenomen: Eén paar wandelsokken en één shirt voor overdag. Per persoon, dat wel. Brrr, niet lekker, zo’n klamme lap op je lijf, maar het went snel!
Toch nog een keertje de Thur oversteken, nu echt voor de laatste keer. Daarna ging het richting de eerste pas. Het was hier al aardig hoger geworden dan de eerste dagen, maar het waren nog steeds heuvels, geen bergen. Die moesten nog komen. Op de kaart kon je zien, dat we de hele pas op en af over een autoweg moesten lopen. Dat leek ons niet zo geslaagd, maar het viel 100% mee. Er bleek namelijk een nieuwe autoweg te zijn die een heel andere route volgde. De oude weg was afgesloten voor autoverkeer. Alleen af en toe een boerenwagen of een bewoner van het gebied kwam er overheen. Verder heerlijk rustig en een heel mooie route. Het landschap veranderde nu toch heel duidelijk en doordat je steeds hoger kwam werden de uitzichten ook steeds mooier.
Vlak onder pashoogte was er een koffieboerderij. OPEN stond op het bord, dus we gingen hoopvol op het terras zitten. Wauw, hier kon je de Säntis zien! De 2502 meter hoge berg die we ooit vanuit Appenzell beklommen hadden. We genoten volop van dit uitzicht, maar het duurde wel erg lang tot er iemand kwam. Wim ging maar eens kijken en toen kwam er net een dame de boerderij uit. Ze zag er tamelijk vermoeid uit en toen we eenmaal aan de koffie zaten, moest ze even haar verhaal kwijt. Het was niet alleen een koffieboerderij, maar ook een vakantieboerderij voor schoolkinderen uit de stad. En ja, die jeugd van tegenwoordig! Niets interesseert ze, ze zitten de hele dag met mobieltjes en gameboys te spelen. Een pasgeboren kalfje doet ze niks en schapen vinden ze vies. We zagen het helemaal voor ons en betoonden haar ons welgemeende medeleven!
Hierna was het niet ver meer tot de pas. Daar stond een soort schuurtje met ramen waar je door kon zien dat binnen een tafel met stoelen en een koelkast stond. Het was nogal guur hierboven, dus we probeerden de deur. Die ging open. De koelkast stond vol met blikjes limonade. We hadden wel weer dorst. Zou dit er staan voor passerende wandelaars? Vast wel. Er stond alleen nergens een busje waar je geld in kon doen. Nou, dat is nog eens gastvrijheid in dit ozo dure land! We maakten er dankbaar gebruik van en dronken een blikje sinas met een stroopwafel erbij uit onze eigen voorraad.
Nu moesten we weer afdalen. Dat ging deels door militair oefenterrein. De kogels vlogen nog net niet om je oren, maar we hoorden wel regelmatig schieten en er reden voortdurend militaire wagens voorbij.
In het bovendal aangekomen kwamen we vlak bij het plaatsje Sankt Gallen Kappel uit. Maar we gingen er niet in, zoals we verwachtten. De route ging er met een grote boog omheen. Totdat we met een onverwachte draai ineens toch naar het stadje geleid werden. Waarschijnlijk om een stuk bebouwde kom te omzeilen, maar wat ons betrof had die omweg niet gehoeven.
We waren achteraf wel blij, dat we het plaatsje toch aandeden, want er was een beeldschoon rococo kerkje. Gesticht vanuit het rijke klooster van Sankt Gallen en die rijkdom was het aan te zien! Een mooie onderbreking van een best wel lange tocht.
Na deze kapel in het bovendal volgde de afdaling door het bos naar het meer van Zürich.
Nu was het het nog 8 kilometer langs de oever van het meer. Dat wisten we en we wisten ook dat je daar dan nog zo’n 2 uur over doet. Maar toch heb je, als je het water eenmaal bereikt het valse gevoel dat je er bijna bent en dan valt 8 kilometer behoorlijk tegen! Als je dan op het laatste stuk ook nog zo’n halve kilometer moet omlopen voor een brug om een kanaal over te steken, dan ben je blij als je eindelijk het station van Rapperswill bereikt. Morgen een rustdag. Daar waren we wel aan toe!