Zondag 19 oktober 2014 Vorige dag
Van : Blumberg
Naar : Tengen
Gelopen : 15 kilometer
Geklommen : 200 meter
Geslapen : Landhaus Waldfrieden
…………………………in Tengen
Vlak bij het hotel vonden we een plekje waar we de auto een weekje konden laten staan en daarna gingen we op pad. Het teken hadden we al snel gevonden en dat voerde ons richting kerkhof. Maar halverwege de begraafplaats moeten we iets gemist hebben, want toen we er aan de andere kant weer uit gingen, was er nergens iets van een markering te vinden. Getver, nu alweer foute boel. We moesten naar 876 meter,dus we kozen dan maar de weg die omhoog voerde.
Volgens Wim was dat wel goed, maar ik twijfelde natuurlijk weer hevig of het wel hiér omhoog ging en niet ergens een andere heuvel op. Zoveel keus was er overigens niet en Wim had gelukkig weer gelijk. Na een poosje dook het pad ineens van rechts op en we hadden waarschijnlijk een aardig stukje afgesneden. Het ging nu alsmaar verder omhoog. Op het laatst, in het plaatsje Randen zelfs loeisteil. Tot aan de autoweg waar zowaar een Gaststätte was. En open bovendien. Half 12, dus natuurlijk krijg je dan de menukaart onder je neus, maar wij hielden het bij een bak koffie.
Nu bleven we een tijdje op gelijke hoogte en waren er voorlopig geen heftige klimmetjes meer. Rond lunchtijd vonden we een bankje op een mooi uitzichtspunt boven een dal. Een kilometertje links van ons, een heel stuk lager het dal in, lag een dorpje waar het pad naar toevoerde. En recht tegenover ons zagen we een landweg recht omhoog uit het dal naar de hoger gelegen bosrand kruipen. Een blik op de kaart bevestigde ons vermoeden. Die landweg moesten wij straks hebben. Maar eerst dus via dat dorpje daar beneden het dal oversteken en dan weer omhoog. Wat kun je dan weer snakken naar zo’n Talbrücke!
In het dorpje was wel een Konditorei. Met die Talbrücke zouden we dat ijsje op het terras gemist hebben, dat verzoende ons weer met ons lot.
Het landweggetje bleek minder steil dan we dachten en we waren vrij snel weer in het bos. Nu moesten we goed opletten. Op enig moment moesten we namelijk de route verlaten om via een zijpad af te dalen naar een autoweg waar ons hotel aan zou liggen. Altijd lastig om te bepalen op welk punt dat dan is. Er kwam een pad naar rechts, maar dat leek ons nog wat te vroeg en het ging ook wel ineens erg snel naar beneden. Maar even later kwamen we op een grote open plek en dat was in elk geval te ver. Dus terug en toch dat vorige pad pakken.
Maar eerst gingen we uitvoerig op een van de banken zitten die hier op deze plek te vinden waren. Want oh, wat was het hier mooi zeg! Wat een schitterend uitzicht over de heuvels. We hadden het Zwarte Woud nu achter ons gelaten en gingen de Hegau in, een oud vulkanisch gebied. We keken uit op diverse vulkaankegels die, vaak getooid met de ruïne van een middeleeuwse burcht afstaken tegen de helderblauwe lucht.
Na een tijdje hiervan genoten te hebben, keerden we terug naar het bos en doken de diepte in via het zijpad. Natuurlijk daalden we veel te snel en moesten we ook weer een eindje omhoog, maar het was het goeie pad. We kwamen op de autoweg uit, vlak bij ons hotel. Dezelfde ruime kamer als afgelopen zomer met balkon en fantastisch uitzicht. Het was zo helder dat we in de verte de Alpen konden zien schemeren!